In 5 stappen een uniek zilveren sieraad
1. Ontwerpen, vormen en modelleren
Ontwerp en boetseer uw sieraad. Hou hierbij wel rekening met de krimp van het product, dit bedraagt ongeveer 8 a 9 %. Zeker bij het maken van ringen is dit natuurlijk van groot belang.
2. Drogen
Als uw ontwerp klaar is dan moet het goed worden gedroogd. Drogen kan o.a. aan de lucht, met een föhn of op een warmhoudplaatje. Indien het ontwerp niet goed droog is dan kan het uit elkaar spatten tijdens het verhitten. Om zeker te weten dat het werkstuk goed droog is, kunt u de spiegeltest doen. Leg het warme werkstuk op een spiegel voor een paar tellen. Wanneer er geen condens zichtbaar is op de spiegel als u het werkstuk optilt, is het goed droog.
3. Bijwerken, schuren en vijlen
Het gedroogde sieraad is hard geworden, maar nog wel breekbaar. U kunt oneffenheden bijwerken met Zilverkleipasta of spuitpasta. Droog het werkstuk weer na het opbrengen van de pasta. Vervolgens kunt u het werkstuk glad schuren met de schuurdoekjes. Ook babydoekjes zijn in deze fase handig om tot een perfect glad resultaat te komen. En in deze fase kunt u ook patronen of lijnen in het sieraad vijlen of krassen.
4. Verhitten
Als het sieraad helemaal netjes is afgewerkt en alle oneffenheden zijn bijgewerkt, dan is het werkstuk klaar om te verhitten. Zilverklei kan op drie manieren worden verhit: 1 op het gasfornuis, 2 met een gasbrander of 3 met een speciale klei-oven. Maar aan het verhitten met een gasbrander of op het gasfornuis zitten wel beperkingen. Dus lees wel eerst de afbak instructies goed door.
5. Polijsten
Nadat het sieraad is ”gebakken” kan het gepolijst worden. Eerst verwijdert u de witte laag met een polijstborstel. Wilt u het sieraad mat houden, dan laat u het hierbij. Voor een hoogglans finish kunt u de schuurdoeken en de polijstnaald gebruiken. En als laatste poets u het sieraad met polijstpasta.